Daar zit Loek, verdiept in een boek, Onder een boom bij een helder beekhoek. Zijn hond ligt stil, als een zachte doek, Terwijl Loek leest over een stoere roek. Hij droomt van reizen, ver van de hoek, Met een kompas, kaart, en een flinke haakhoek. Misschien wordt hij ooit een slimme loek, Of schrijft hij zelf eens een spannend boek. En als de zon zakt in een gouden vloek, Sluit hij z’n boek met een tevreden zoek. Want wie Loek kent, weet: hij is geen kroek, Maar een held in stilte – onze dromer, Loek.
There sits Loek, engrossed in a book, under a tree by a clear stream corner. His dog lies still, soft as a cloth, while Loek is reading about a brave rook. He dreams of traveling, far away from the corner, with a compass, map, and a big hook. Perhaps he’ll one day be a smart Loek, or he might even write an exciting book himself. And as the sun sets in a golden curse, he closes his book satisfyingly. Those who know Loek know: he is not a coward, but a silent hero - our dreamer, Loek.